28544 |
dracht |
dracht:
drax (Q019p Beek)
|
Periode of vlucht waarin de bijen honing en stuifmeel verzamelen. De periode bestrijkt voorjaar, zomer en najaar. Met dracht kan men ook duiden op het resultaat van de vlucht, nl. de honing. [N 63, 48; Ge 37, 84]
II-6
|
17806 |
dragen |
dragen:
dragen (Q019p Beek)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
25127 |
dragen, gezegd van ijs |
dragen:
⁄t ies dreug (Q019p Beek)
|
dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20500 |
drank |
drinken:
drènke (Q019p Beek),
drinkens:
drinkes (Q019p Beek)
|
drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
32764 |
driehoekige eg |
driekante [eg]:
driekante [eg] (Q019p Beek)
|
De houten, later ijzeren, driehoekige eg, zoals voorgesteld door de afb. 51, 52 en 56. Voor welk werk de driehoekige eg gebruikt werd, is hier niet aangegeven. Daarvoor zie men de lemmata ''zaadeg''en ''onkruideg''. In de woordtypen van dit lemma vertegenwoordigt het lid drie ook dialectvarianten van het type drij. Voor het woord(deel) ''eg'' resp. ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a; A 13, 16b add.; N 11, 70 + 72 add.; N J, 10 add.; div.; monogr.]
I-2
|
28640 |
drijfvoeren |
drijfvoeren:
drīfvōrǝ (Q019p Beek)
|
Het voeren dat gebeurt, wanneer men de bijen tot het zetten van broed wil prikkelen. Wanneer de bijen nog behoorlijk in het voer zitten, hoeft de imker zich nergens om te bekommeren en kan hij het drijfvoeren laten. [N 63, 110c; Ge 37, 196]
II-6
|
28625 |
drijfvolk |
drijver:
drīvǝr (Q019p Beek)
|
Een door drijven verkregen volk. [N 63, 98b; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
27354 |
drijven |
uitdrijven:
ūtdrīvǝ (Q019p Beek)
|
Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.]
II-6
|
20499 |
drinken |
drinken:
drenken (Q019p Beek),
lessen:
léésje (Q019p Beek)
|
drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)]
III-2-3
|