e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
middagmaal middageten: middigaetə (Beesel) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
middellangeafstandsvlucht midfond: mit-font (Beesel) middellange afstandsvlucht (tussen 100 en 300 km)? [N 93 (1983)] III-3-2
middelvinger middelvinger: middelvinger (Beesel) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] III-1-1
middenrif middenrif: middərif (Beesel) Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)] III-1-1
midvoor midvoor: midveur (Beesel) Midvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
mier amezeik: aomezeik (Beesel, ... ), oamezeike (Beesel) mier || mier, alg. [DC 43 (1968)] III-4-2
mierikswortel mierikswortel: WBD / WLD  mierikswortəl (Beesel) De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)] I-7
mik vork: vorrek (Beesel) Een stokje dat aan één kant in twee einden uitloopt om vogelnestjes uit holle boomstammen te halen [fruiteltje, fretsel, mik]. [N 88 (1982)] III-3-2
mikken mikken: mikə (Beesel) lonken (mikken) [RND] III-3-2
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter millimeter: millimèter (Beesel), milliméétər (Beesel) het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)] III-4-4