e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
orchis koekoekslelie: WLD  koekoeks lelie (Beesel) Orchidee (orchidee, koekoekslelie) [N 92 (1982)] III-4-3
ordenen, rangschikken rangschikken: ranksjikkə (Beesel), schikken: sjikken (Beesel) op een regelmatige of doelbewuste wijze plaatsen [schikken, rangschikken, schavelen] [N 91 (1982)] III-4-4
organist organist: organist (Beesel) De organist, orgelist. [N 96B (1989)] III-3-3
orgel spelen orgel spelen: urgel spelen (Beesel) (op het) orgel spelen, het orgel bespelen. [N 96B (1989)] III-3-3
orgeltrapper orgeltreder: orgeltraejer (Beesel) De orgeltrapper, orgeltreder, die al pompend of tredend de blaasbalg van het orgel met lucht vulde [örgeltrèèjer, balketrèëner, herrejotswinkmecher?]. [N 96B (1989)] III-3-3
oud, bejaard bejaard: bejoard (Beesel), oud: zien mooderis aat  aat (Beesel) bejaard [SGV (1914)] || oud: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] III-2-2
oude duif oude, een ~: ənnə aaijə (Beesel, ... ) een duif die ouder dan één jaar is? [N 93 (1983)] || een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
oude man oud mens: aaijə miens (Beesel), oude man: ouwe man (Beesel), oude, een ~: ps. invuller heeft de zin niet beantwoord.  aje (Beesel) oude [een ~ man] [SGV (1914)] || oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oude vrouw oud mens: aatmiens (Beesel), oude vrouw: ouw vrouw (Beesel) oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] III-2-2
oudejaarsavond oudjaarsavond: ooedjoarsovend (Beesel) De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] III-3-2