e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
preek preek: praek (Beesel) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prei prei: prei (Beesel) prei [SGV (1914)] I-7
preken preken: praeken (Beesel) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prent(je) prent(je): print (Beesel) prent [SGV (1914)] III-3-2
pret, schik plezier: ps. invuller heeft de zin niet beantwoord.  plezeer (Beesel), schik: schik (Beesel) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || schik [SGV (1914)] III-1-4
preuts preuts: preuts (Beesel) preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2
prevelen prevelen: prevelen (Beesel) Prevelen. [N 96B (1989)] III-3-3
priester priester: preester (Beesel) priester [SGV (1914)] III-3-3
prijsduif, duif die in de prijzen vliegt prijswinner: prieswinnər (Beesel) zich bij de prijswinnaars plaatsen? [N 93 (1983)] III-3-2
prijzen (mv.) prijzen: pri.zə (Beesel) prijzen (mv.) [RND] III-3-2