e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaduw, lommer schaduw: (door jongeren gezegd).  sjaduw (Beesel), scheem: de sjeem (Beesel), scheem (Beesel), sjeem (Beesel, ... ), sjéém (Beesel) (in) de schaduw (zitten) [DC 49 (1974)] || schaduw [DC 42B (1967)], [SGV (1914)] || schaduw (donkere vlek achter een persoon) [DC 49 (1974)] || schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schaften schaften: sjaftə (Beesel), ungeren: unjere (Beesel) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] || schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd unger: no dən øŋər (Beesel), unjer (Beesel) schafttijd [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: schanj (Beesel) schande [SGV (1914)] III-3-3
schatten schatten: sjattə (Beesel) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1
schede schede: schei (Beesel) scheede [SGV (1914)] III-2-1
scheef, niet recht scheef: sjeif (Beesel), sjeiəf (Beesel), schuins: sjeuns (Beesel), sjūūns (Beesel) van de rechte richting afwijkend, niet recht of niet rechthoekig [scheef, noers, noes, slim, scheel, schieps, schuins, schiks, schoeks] [N 91 (1982)] III-4-4
scheen scheen: scheen (Beesel) scheen [SGV (1914)] III-1-1
scheepje voor de wierook schuitje: sjuutsje (Beesel) Het scheepje waarin de wierookkorrels worden bewaard [scheepke, schipke, schuitje, sjuutje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
scheerapparaat scheerapparaat: electrisch sjaerapparaat (Beesel) Electrisch scheerapparaat [DC 64 (1989)] III-1-3