e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

Gevonden: 3426
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blijven hangen, blijven plakken plakken: plekken (Beesel), plekkə (Beesel) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
blijven wachten blijven: blieve (Beesel), blieven (Beesel), blīēve (Beesel), blīēvə (Beesel), wachten: wachten (Beesel), wachtə (Beesel) blijven [DC 37 (1964)] || ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)] III-4-4
blijvende ontkleuring van een oog verkleurd oog: vərkleurt ouch (Beesel) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: blijvende ontkleuring van de ogen door pokken? [N 93 (1983)] III-3-2
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Beesel), bliksum (Beesel), bliksəm (Beesel) bliksem [SGV (1914)] || bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksemt (Beesel) het bliksemt [SGV (1914)] III-4-4
blindemannetje spelen blindmannetje: blinjtmenke sjpeele (Beesel) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: blinken (Beesel), blīnkə (Beesel) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blood (Beesel) bloed [SGV (1914)] III-1-1
bloeden bloeden: bluë (Beesel) bloeden [SGV (1914)] III-1-2
bloedluis bloedluis: blootlōēəs (Beesel) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: rode vogelmijt of bloedluis: 1 mm - zuigt s nachts bloed - bij warm weer een echte plaag. [N 93 (1983)] III-3-2