e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stelen stelen: sjtèle (Beesel) stelen (geen context) [DC 38 (1964)] III-3-1
stellingmolen galerijmolen: galerijmolen (Beesel) Een hoge stenen molen met een zwichtstelling er rond omheen vanwaaraf onder meer de stand van de kap kan worden veranderd en de vang wordt bediend. Zie ook afb. 9. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32e; A 42A, 53; Sche 6; N O, 32j] II-3
stelt stelt: sjtelt (Beesel) Elk van de beide staken met een dwarsklamp waarop men de voet zet en die gebruikt worden om daarmee grotere stappen te doen [stelt, staak, schaats]. [N 88 (1982)] III-3-2
sterven kapotgaan: WBD/WLD  kəpotgaon (Beesel), WLD  kapot (Beesel), sterven: sjtervə (Beesel), sterve (Beesel), sterven (Beesel), štɛrvə (Beesel) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] || Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-2-2, III-4-2
stevig, gezegd van voedsel stevig: sjeevich (Beesel) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiekem lopetig: loepetig (Beesel), stiekem: sjtiekəm (Beesel, ... ), stiekum (Beesel) achterbaks [SGV (1914)] || boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || geniepig [SGV (1914)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)] III-1-4
stiekem eten schuimen: sjūūmə (Beesel) stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)] III-2-3
stier stier: stīr (Beesel), var: vɛr (Beesel) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijve ogentroost luchtertje: WLD  luchterkus (Beesel) Stijve ogentroost (euphrasia officinalis 5 tot 25 cm. De stengels staan rechtop, zijn vertakt en hebben geen klierhaartjes; de bladeren zijn langwerpig-eivormig, en spits getand; de bloemen staan in trosjes, ze zijn wit, vaak met wat rood of blauw, mee [N 92 (1982)] III-4-3
stikken stikken: sjtikkə (Beesel) Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] III-1-2