e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tandenborstel tandenborstel: tenjborstel (Beesel) Tandenborstel [DC 64 (1989)] III-1-3
tandenstoker tandenstokje: tenj-stekske (Beesel) een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden en kiezen of in kiezen zijn blijven zitten [tandestoker, kloker, koter] [N 86 (1981)] III-1-3
tandpasta tandpasta: tandpasta (Beesel) Tandpasta [DC 64 (1989)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tanjtpien (Beesel) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tante tant: tant (Beesel), meun (oud)  tant (Beesel) moei (tante) [SGV (1914)] || tante [SGV (1914)] III-2-2
tapgat stopgat: štǫp˲gāt (Beesel), tapgat: tap˲gāt (Beesel) Het gat in de bodem van een biervat waar men de tapkraan in slaat. Zie ook het lemma ɛaansteekgatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48d; A 36, 3c] II-12
tarwe weit: wɛ̄i̯t (Beesel) Triticum L. Sinds de invoering van betere bemestingmethodes groeit de tarwe ook in de Kempen. Het woordtype koren is als nevenvorm opgegeven in: K 316, 317, 318, 360, L 286, 292, 313, 360, 416, P 45, 119, 175, 192, Q 10, 39 en 97; evenwel alléén in de omzetting van de uitdrukkingen "rogge wordt hoger dan tarwe" of "de tarwe groeit welig" en het kan derhalve niet als een gangbare benaming van de plant worden beschouwd en is zodoende ook niet in het lemma opgenomen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, e.' [JG 1a, 1b; L A1, 82; L 7, 75; L 15, 24; L 28, 33; L 34, 55b; L 35, 61; L lijst graangewassen, 7; S 37; Wi 52; Gwn 9, 2; NE 1, 2; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
taxeren schatten: sjattə (Beesel) de waarde van een artikel schatten [taxeren, schatteren] [N 89 (1982)] III-3-1
te communie gaan communiceren (<lat.): communiceren (Beesel), te communie (<lat.) gaan: te kemunie gaon (Beesel) De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)], [N 96B (1989)] III-3-3
te laat komen om nog prijzen te winnen na de prijzen: nao də priezə kommə (Beesel), te laat komen: te laat kommə (Beesel) het te laat komen van de duiven om nog prijzen te winnen? [N 93 (1983)] III-3-2