30332 |
vensterluiken |
blinden:
blenjǝ (L300p Beesel),
vensters:
venstǝrs (L300p Beesel)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
25074 |
veranderen |
veranderen:
verangeren (L300p Beesel)
|
anders maken [anderen, veranderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21433 |
verbeuzelen |
collationeren (<fr.):
Weijnen 2003 (pag. 180): klasjenere, kletsen (nbrab.) << fra. collationner, afl. van M.E. Latijn ontleend collatio avondmaaltijd. Men hield namelijk in de kloosters tijdens die maaltijd een uiteenzetting.
klassjəneerə (L300p Beesel)
|
zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18940 |
verbruien |
verbruien:
verbruje (L300p Beesel)
|
verbruien [SGV (1914)]
III-1-4
|
21388 |
verdacht |
verdacht:
verdacht (L300p Beesel)
|
verdacht [SGV (1914)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
vərdeenə (L300p Beesel)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24634 |
verdord |
dor:
WBD / WLD
dòr (L300p Beesel)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed:
leid (L300p Beesel, ...
L300p Beesel),
pijn:
pien (L300p Beesel),
verdriet:
verdreet (L300p Beesel)
|
leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)]
III-1-4
|
23855 |
vereniging die de processiepaaltjes plaatst |
siervereniging:
seervereniging (L300p Beesel)
|
De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22058 |
verenmijt |
veermijt:
vaermieətə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: vedermijten: tasten de veren aan, vaak met weinig zichtbare schade. [N 93 (1983)]
III-3-2
|