20313 |
volwassen, volgroeid |
uitgegroeid:
oetgəgruid (L300p Beesel),
uitgewassen:
oetgəwassə (L300p Beesel),
volgroeid:
volgreuid (L300p Beesel)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
26529 |
vonderbalk, pasbrug |
vondel:
vondǝl (L300p Beesel),
vonderbalk:
vonderbalk (L300p Beesel)
|
De horizontale balk, als onderdeel van de houten licht, waar het pasblok van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) op rust. Zie ook afb. 85. [N O, 23b; A 42A, 26; Vds 105; Jan 143; Coe 127; Grof 150; N D, 21; A 42A, 22]
II-3
|
20174 |
voogd |
momber:
momer (L300p Beesel),
voogd:
voog (L300p Beesel)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd [SGV (1914)]
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
foppen:
foppə (L300p Beesel),
kullen:
kəllə (L300p Beesel),
verneuken:
vərnökə (L300p Beesel)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
veurbaeje (L300p Beesel)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24956 |
voorde, doorwaadbare plaats |
ondiepe plaats:
ôndeepə plaats (L300p Beesel),
oversteek:
euversték (L300p Beesel)
|
doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18889 |
voornemen |
plan:
plan (L300p Beesel),
Zo noemt men het ook.
plaān (L300p Beesel),
voornemen:
veurnimmə (L300p Beesel)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19007 |
voornemens zijn |
van plan zijn:
van plan zin (L300p Beesel),
van zins zijn:
van zins zin (L300p Beesel)
|
van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17852 |
vooroverduikelen |
keukelen:
kukele (L300p Beesel)
|
tuimelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
21855 |
voorraad |
voorraad:
veurraot (L300p Beesel)
|
de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)]
III-3-1
|