20467 |
vrouwziek |
vrouwluigek:
vrouluujgek (L300p Beesel)
|
vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
21584 |
vruchtgebruik |
vruchtgebruik:
vruchgəbroēk (L300p Beesel)
|
het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24965 |
vuil in sloten |
drek:
drek (L300p Beesel),
wier:
wier (L300p Beesel)
|
vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24966 |
vuil waterx |
smerig water:
sjmaerich waattər (L300p Beesel),
vettig water:
vettich waattər (L300p Beesel),
vies water:
vies water (L300p Beesel),
vuil water:
vōēl waattər (L300p Beesel)
|
vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
26242 |
vulstukken, wiggen |
vullingstukken:
vullingstukken (L300p Beesel)
|
De stukken hout waarmee de ruimte tussen de molenas en de kruisarmen wordt opgevuld. Zie ook afb. 50. [N O, 11g; A 42A, 10; N O, 11h]
II-3
|
25125 |
waaienx |
waaien:
wêjde (L300p Beesel),
wêje (L300p Beesel)
|
het waaide [SGV (1914)] || waaien [SGV (1914)]
III-4-4
|
20126 |
waaks |
waaks:
WBD/WLD
wááks (L300p Beesel)
|
Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
18860 |
waarderen |
waarderen:
wāārdeerə (L300p Beesel)
|
op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21457 |
waarschuwen |
kijven:
kieve (L300p Beesel),
waarschuwen:
waarschuwe (L300p Beesel, ...
L300p Beesel)
|
het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)] || waarschuwen [SGV (1914)]
III-3-1, III-4-1
|
21999 |
wachten op de geloste duiven |
kijken:
sjtaon tə kiekə (L300p Beesel),
zittə tə kiekə (L300p Beesel)
|
Hoe zegt men: wachten op de geloste duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|