e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wielband karband: kɛrbanjt (Beesel), karrenband: kɛrǝbanjt (Beesel), radband: rāt˱banjt (Beesel) De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.] II-11
wielerwedstrijd wielerronde: wielerronde (Beesel) Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)] III-3-2
wierook wierook: wierauch (Beesel) Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookkorrels wierookskorrels: wierauchskorrels (Beesel) Wierookkorrels. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookvat wierooksvat: wierauchsvaat (Beesel) Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijden wijden: wieje (Beesel) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wīēn (Beesel, ... ) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droevevinger (Beesel, ... ), wingerd: WBD / WLD  wingərt (Beesel) [SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || wingerd [SGV (1914)] I-7
wijs kloek: klook (Beesel), wijs: wīēs (Beesel) veel wetend, veel geleerd, veel in zich hebbend [wijs, kloek] [N 85 (1981)] III-1-4
wijwater wijwater: wiejwaater (Beesel), wiewater (Beesel) Wijwater [wïjewaater, wiejwasser, fintwaater]. [N 96B (1989)] || Wijwater, gewijd water [weej-,wij-,wiejwaater, wiewasser, heilig water, vontwater?]. [N 96B (1989)] III-3-3