23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
aaflaot verdeene (L300p Beesel)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22126 |
de ring in een kapsule stoppen |
in busje stoppen:
in böskə sjtoppə (L300p Beesel),
in potje stoppen:
in pötjə sjtoppə (L300p Beesel)
|
de ring in een ijzeren kapsule stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19859 |
de tafel dekken |
dekken:
dekke (L300p Beesel)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
22099 |
de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen |
in de mand zetten:
innə manj zittə (L300p Beesel)
|
de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19785 |
de was invochten |
insprinkelen:
insjprinkele (L300p Beesel),
sprinkelen:
sjprinkele (L300p Beesel)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
speule (L300p Beesel)
|
spoelen [SGV (1914)]
III-2-1
|
25312 |
decimeter, maat van 10 cm |
decimeter:
deeciméétər (L300p Beesel)
|
de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20808 |
deeg |
deeg:
deig (L300p Beesel)
|
deeg [SGV (1914)]
III-2-3
|
25548 |
deeg kneden |
kneden:
knējǝ (L300p Beesel)
|
Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41]
II-1
|
19001 |
deerniswekkend |
compassie-achtig:
kompassie-echtich (L300p Beesel)
|
een sterk gevoel van medelijden over het leed van anderen opwekkend [onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|