e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

Gevonden: 3426
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dennenwortel poest: WBD / WLD  poes (Beesel) De wortel van een denneboom (puist, stronk, wortel, stol). [N 82 (1981)] III-4-3
desemen mengen: mingə (Beesel) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
deugniet deugeniks: dougenieks (Beesel) deugniet [SGV (1914)] III-1-4
deur deur: dø̄r (Beesel) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
diabolo diabolo: diabolo (Beesel) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diarree loperij: loupərīēj (Beesel) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] III-1-2
dief dief: deef (Beesel) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienblad dienblaadje: dēnblɛ̄tjə (Beesel), dienblad: dēnblāt (Beesel, ... ), presenteerblad: prəzɛntērblāt (Beesel) dienblad [DC 27 (1955)], [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst dienst: deens (Beesel) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienst van goede vrijdag houteren mis: hultere mès (Beesel) De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)] III-3-3