21983 |
duif die normaal op middellangeafstandsvluchten vliegt |
midfondduif:
mit-fontdoef (L300p Beesel)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op middellange afstandsvluchten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22129 |
duif die te laat komt |
laatkomer:
laatkommər (L300p Beesel),
nakomer:
naokommər (L300p Beesel)
|
een duif die te laat komt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21922 |
duif die zwaar van bouw is |
grove, een -:
graovə (L300p Beesel)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: zwaar van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21931 |
duif effen lichtbruin |
vale, een -:
vaalə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een duif effen lichtbruin (bleek)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21930 |
duif met bruine of lichtbruine kleurschakeringen |
rode, een -:
roeəjə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een duif met bruine of lichtbruine kleurschakeringen (ros, rost)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21926 |
duif met effen grijs-blauw vederkleed |
blauwe, een -:
blouwə (L300p Beesel),
blauwe, een ~:
blauwə (L300p Beesel)
|
Elke duif heeft bij de duivesporter in de regel een naam. Indien U hiervoor benamingen kent, die: afgeleid zijn van het ringnummer, geef hiervan dan een/enkele voorbeeld(en)? [N 93 (1983)] || Hoe noemt men een duif met effen grijs-blauw vederkleed (blauw)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21929 |
duif met grote donkere vlekken |
donkere, een -:
donkərə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een duif met grote donkere vlekken in de vleugels (zwart-geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21928 |
duif met grotere kleurschakeringen |
geschelpte, een -:
gəsjöldə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een duif met grotere kleurschakeringen in de vleugels (geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21927 |
duif met kleine kleurschakeringen |
gevlamde, een -:
gəvlamdə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een duif met kleine kleurschakeringen vooral in de vleugels (crayonné)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21934 |
duif met één of meer witte pennen |
sjek:
sjek (L300p Beesel),
witpen:
witpen (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een duif met één of meer witte pennen (wittepen, witteslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|