24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ei-köörke (L300p Beesel),
eikhörke (L300p Beesel),
eekkater:
eikkater (L300p Beesel),
eekkatsje:
eikkätske (L300p Beesel),
eikkètske (L300p Beesel)
|
eekhoorn [Roukens 03 (1937)] || eekhorentje [SGV (1914)]
III-4-2
|
24770 |
eekhoorntjesbrood |
eekhoorntjesbrood:
WLD
eikhurkesbroat (L300p Beesel)
|
Eekhoorntjesbrood: een eetbare paddestoel met een bruine hoed en een lichtbruine, witgeaderde voet. Vaak wordt het vlees bij het doorbreken blauw. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
zwel:
zweel (L300p Beesel)
|
eelt, eeltknobbel [SGV (1914)]
III-1-2
|
23667 |
een aflaat verdienen |
verdienen:
verdeene (L300p Beesel)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
assekruutske haole (L300p Beesel)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loestərə (L300p Beesel)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20145 |
een blauwtje lopen |
blauwtje gelopen:
blauwtje gelopen (L300p Beesel)
|
een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)]
III-2-2
|
20505 |
een borrel drinken |
proeven:
preuvə (L300p Beesel)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham smeren:
ən bu̞tram šmēͅrə (L300p Beesel)
|
smeren [RND]
III-2-3
|