23537 |
geknield zitten |
op de knien zitten:
op de kneen zitte (L300p Beesel)
|
(onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21274 |
geld |
geld:
xaelt (L300p Beesel)
|
geld [RND]
III-3-1
|
22100 |
geld inzetten |
poulen (<fr.):
pŏĕllə (L300p Beesel)
|
geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24578 |
gelderse roos |
sneeuwbal:
WLD
snieëbal (L300p Beesel)
|
Gelderse roos (viburnum opulus). Tot 3 m hoge struik; de bladeren zijn enkelvoudig en 3- tot 5-lobbig, slap en grof getand; de bloemen staan in platte tuilen, die aan de rand groot, stervormig en onvruchtbaar zijn; de middelste zijn kleiner en vruchtbaar. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24809 |
gele ganzebloem |
paardebloem:
WLD
pèrdebloom (L300p Beesel)
|
Gele ganzebloem (chrysanthenum segetum 20 tot 60 cm groot. De stengel is kaal en blauwgroen gekleurd. De bladeren zijn omgekeerd eivormig tot langwerpig, ze zijn kaal en blauwgroen, de bovenste zijn vrijwel ongedeeld, getand en iets stengel omvattend, d [N 92 (1982)]
III-4-3
|
33264 |
gele lupine |
filipinen:
fęlǝ`pinǝ (L300p Beesel),
lupinen:
lǝpīnǝ (L300p Beesel)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
24554 |
gele morgenster |
melkster:
WLD
milkstèr (L300p Beesel)
|
Gele morgenster (tragopon pratensis 30 tot 70 cm groot. De stengels zijn meestal onvertakt; de bladeren hebben een brede stengel omvattende voet; ze zijn lancetvormig, naar boven versmald. De bloemhoofdjes hebben omwindselblaadjes die even lang of lange [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24488 |
gele narcis |
gele paasbloem:
WLD
gêl poasbloom (L300p Beesel)
|
Gele narcis (narcissus pseudonarcissus). De bijkroon is ongeveer even lang als de bloemdekslippen. Meestal één bloem aan elke bloemstengel, zelden twee. De rand van de bijkroon is regelmatig ingesneden (zie bij de …witte narcis"). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24615 |
gele plomp |
waterroos:
WLD
waterroeës (L300p Beesel)
|
Gele plomp (nuphar luteum). Waterplant; de bladeren zijn eivormig met een hartvormige voet, ze zijn drijvend met lange driekantige stelen; de bloemen hebben talrijke kroonblaadjes en 5 gele kelkbladeren. Bloeitijd in mei tot augustus. Te vinden in plassen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23501 |
gelezen mis |
leesmis:
leesmis (L300p Beesel),
stille mis:
sjtilmes (L300p Beesel)
|
Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|