22310 |
proppenschieter |
proppenschieter:
proppesjeeter (L297p Belfeld)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
etenskast:
èteskas (L297p Belfeld)
|
schaprade [SGV (1914)]
III-2-1
|
21354 |
pruis |
pruis:
pruus (L297p Belfeld)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
21355 |
pruisen |
pruises:
prusisch (L297p Belfeld)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18908 |
prutser |
sukkelaar:
sukkelèr (L297p Belfeld)
|
sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
20651 |
pudding |
pudding:
pudding (L297p Belfeld)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pømštęjn (L297p Belfeld)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
bultjes:
bultjes (L297p Belfeld),
puistjes:
puuskes (L297p Belfeld),
pukkels:
pukkels (L297p Belfeld)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
tricot (fr.):
tricot (L297p Belfeld)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25014 |
punt, stip |
punt:
punt (L297p Belfeld)
|
punt [SGV (1914)]
III-4-4
|