17641 |
ruggenwervel |
wervel:
wervel (L297p Belfeld)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
33750 |
ruin |
ruin:
ryn (L297p Belfeld)
|
Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.]
I-9
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
roeten oas (L297p Belfeld)
|
Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)]
III-3-2
|
34024 |
rund |
rind:
reŋk (L297p Belfeld)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
hoorsel (L297p Belfeld)
|
horzel [SGV (1914)]
III-4-2
|
20691 |
runderlapjes |
rindslapjes:
rinkslepkes (L297p Belfeld)
|
Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20666 |
rundvleessoep |
rundsoep:
rinksoe’p (L297p Belfeld)
|
Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24371 |
rups |
rups:
roeps (L297p Belfeld, ...
L297p Belfeld)
|
rups [SGV (1914)]
III-4-2
|
17832 |
rusten |
rusten:
ruste (L297p Belfeld)
|
rusten [SGV (1914)]
III-1-2
|
21364 |
ruw, hard |
ruw:
roew (L297p Belfeld)
|
ruw [SGV (1914)]
III-3-1
|