e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snoer smikkeslag: šmekǝšlāx (Belfeld) Bewegend deel van de zweep dat aan de steel bevestigd is. Een aantal informanten verdeelt het snoer nog in een onderste gedeelte dat aan de stok bevestigd is, en een dunner (gevlochten) gedeelte, waaraan de kletsoor bevestigd is. De benamingen die met zekerheid refereren aan dat dunnere gedeelte, worden apart vermeld. [N 13, 95b; S 47; R 14, 20; monogr.] I-10
snor snor: schnor (Belfeld) snorbaard [SGV (1914)] III-1-1
snotneus snotaap: sjnótaap (Belfeld), snotbel: sjnotbel (Belfeld), snotlepel: sjnotlepel (Belfeld), snotnaas: sjnótnaas (Belfeld), snotneus: sjnotnaas (Belfeld), snotterbel: sjnótterbel (Belfeld), snotterd: sjnótterd (Belfeld) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-2, III-1-4
snottebel snotterkoet: sjnotterkoet (Belfeld) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] III-1-2
snotteren snotteren: sjnottere (Belfeld) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2
snuit snoet: schnoet (Belfeld), snuit: schnoet (Belfeld), snjoet (Belfeld) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || Snuit [SGV (1914)] III-1-1, III-4-2
snurken snurken: sjnorke (Belfeld) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soep soep: soep (Belfeld), soe’p (Belfeld) soep [SGV (1914)] || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soldaat soldaat: ṣəldo.t (Belfeld) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: ṣəldo.tə (Belfeld) soldaten [RND] III-3-1