18003 |
stijf van vingers en handen |
stijf:
sjtief (L297p Belfeld)
|
stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
31693 |
stobbe |
poest:
pūs (L297p Belfeld)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
19708 |
stoel |
stoel:
štōl (L297p Belfeld),
štōl (L297p Belfeld)
|
Houten geraamte waarmee de gevormde buis onder de pers wordt weggenomen. [monogr.] || stoel [SGV (1914)]
II-8, III-2-1
|
21226 |
stoep |
stoep:
schtoep (L297p Belfeld)
|
stoep [SGV (1914)]
III-3-1
|
19857 |
stoep, trottoir |
stoep:
schtoep (L297p Belfeld)
|
stoep [SGV (1914)]
III-2-1
|
18775 |
stof |
stof:
schtof (L297p Belfeld)
|
stof [SGV (1914)]
III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
stoffen:
schtoffe (L297p Belfeld)
|
stoffen (ww.) [SGV (1914)]
III-2-1
|
24928 |
stof, zandx |
stof:
schtof (L297p Belfeld, ...
L297p Belfeld)
|
stof [SGV (1914)]
III-4-4
|
20306 |
stok of twijg om een kind te straffen |
kluppel:
kluppel (L297p Belfeld)
|
gard [SGV (1914)]
III-2-2
|
19950 |
stoken |
stoken:
štǭkǝ (L297p Belfeld)
|
Brandstof toevoeren tijdens het bakproces van pannen en gresbuizen. [monogr.]
II-8
|