e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
troebel, vuil (water) troebel: troebel (Belfeld) troebel [SGV (1914)] III-4-4
troef troef: troef (Belfeld) troef [SGV (1914)] III-3-2
troep troep: trŭŭp (Belfeld) troepen (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
troeven (mv.) troeven (mv.): troeve (Belfeld) troeven (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
troffel troffel: trufǝl (Belfeld) Metselaarsgereedschap, bestaande uit een metalen blad van driehoekige vorm aan een gekromde steel met houten handvat. De troffel wordt gebruikt om specie op de stenen te brengen en uit te strijken en om metselstenen op maat te hakken. Zie afb. 1a. Het woordtype schmeisstroffel was in Q 121 van toepassing op een troffel die bij het pleisteren werd gebruikt. De voorkant van het blad van deze troffel was, in tegenstelling tot dat van de gewone troffel, niet rond maar recht afgewerkt. Zie ook het lemma 'pleisteren'. [Wi 3; N 30, 7a; monogr.] II-9
trommeltje trommeltje: tröməlkə (Belfeld) trommeltje [RND] III-3-2
troosten; troost troosten: trŭŭste (Belfeld) troosten [SGV (1914)] III-1-4
trouwpak trouwpak: trouwpak (Belfeld) trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)] III-1-3
trui tricot (fr.): tricot (Belfeld) trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)] III-1-3
tuin hof: hōf (Belfeld) hof [SGV (1914)] III-2-1