e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gerst gerst: gɛrs (Belfeld), gɛrst (Belfeld) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geslachtsdelen (alg.) gerei: gerei (Belfeld), getuig: getuug (Belfeld) geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1961)] III-1-1
geslachtsgemeenschap hebben dame-slapen: damesloape (Belfeld), hoeren: hoere (Belfeld), naaien: neye (Belfeld), nagelen: naegele (Belfeld), rijmen: schertsend  reeme (Belfeld) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
gesneden mannelijk varken berg: børx (Belfeld) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: schoon mit ⁄n gasp (Belfeld), snal (<du.): sjnal (Belfeld) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gesteven voorstuk van een overhemd bef: bef (Belfeld) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek fantasieboks: fantasiebóks (Belfeld) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getob; tobben gemartel: gemertel (Belfeld) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vraow (Belfeld) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getūūge (Belfeld) getuigen [SGV (1914)] III-3-1