e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalven kalven: kalvǝn (Belfeld) Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.] I-11
kam kam: kamp (Belfeld) kam [SGV (1914)] III-1-3
kammen kammen: keime (Belfeld) kammen (ww.) [SGV (1914)] III-1-3
kapmantel cape (eng.): cápe (Belfeld) schoudermantel, lange ~ zonder mouwen maar met een kap [kapmantel, kabang, kaban, foek, hoek, schommantel] [N 23 (1964)] III-1-3
kapotjas kapotjas (<fr.): kapotjas (Belfeld) kapotjas, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
kar kar: kɛr (Belfeld) Algemene benaming voor een voertuig met twee wielen (in Haspengouw mogelijk ook drie wielen, maar die zijn zeldzaam) met een lamoen waarin een paard gespannen wordt. Meestal wordt het gebruikt om lasten van enige omvang te vervoeren. Vroeger had de kar over het algemeen houten wielen, maar in de jaren na de tweede wereldoorlog werden die geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. [N 17, add; A 2, 55; Wi 14; Gi, 15; S 17; L 1a-m; L 27, 28; R 12, 23; RND, 74; JG 1b; N 17, 4; monogr.] I-13
karakter (aard) aard: aard (Belfeld), karakter: karakter (Belfeld) aard (karakter) [SGV (1914)] || karakter [SGV (1914)] III-1-4
karekiet rietvink: reetvink (Belfeld) karekiet III-4-1
karnemelk botermelk: botǝrmølk (Belfeld), bǫtǝrmęlǝq (Belfeld) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11
karnemelksepap met roggezemelen zemelenpap: zeemelepap (Belfeld) Karnemelksepap met roggezemelen (zemeleprut?) [N 16 (1962)] III-2-3