e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kever, tor kegel: kägel (Belfeld), kègel (Belfeld) kever [SGV (1914)] || tor [SGV (1914)] III-4-2
kibbelen strevelen: strèvele (Belfeld) kibbelen [SGV (1914)] III-3-1
kiekendief kuikendief: kuukedeef (Belfeld) kiekendief III-4-1
kiel kiel: keel (Belfeld, ... ) hes (kiel) [SGV (1914)] || kiel [SGV (1914)] || kiel, blauwlinnen of katoenen jasje van werklieden en boeren [keel, toekiel, kletsjet, plankerten] [N 23 (1964)] III-1-3
kiem scheut: scheut (Belfeld) scheut [SGV (1914)] III-4-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen kijnen: kinǝ (Belfeld) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kieuwen kieuwen: kieuw (Belfeld), kieuwe (Belfeld) kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kiezel, kiezelsteen kiezel: kitzel (Belfeld) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kijkgat kijkgat: kī̄k˲gāt (Belfeld) Elk van de in het gewelf van de kamers van een vlamoven aangebrachte kijkgaten die, door het wegnemen van een deksel, de mogelijkheid bieden in de oven te kijken. In L 270 was het kijkgat tevens luchtgat. Het luchten en brandproef nemen noemde men in L 270: luchten (lø̜xt\). In de ouderwetse handpannenfabrieken in L 270 werd een olielampje met dubbele luchtstroom gebruikt bij het controleren van de pannen in de ovens. Men noemde dit een ɛquinquetɛ - Tegels Dialek, pag. 93.' [monogr.] II-8
kikker kwakvors: kwäkvorsch (Belfeld), kwɛkfoͅrs (Belfeld) kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2