e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een boterham smeren een boterham smeren: ən boͅtəram šmēͅrə (Belfeld) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē̜.i̯ (Belfeld) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: hø&#x0304rə (Belfeld) huren [SGV (1914)] III-2-1
een huis uitzetten afpalen: ē̜fpø̜̄lǝ (Belfeld) De omtrek van een te bouwen huis met palen en planken uitzetten. [N 30, 24a; monogr.] II-9
een lelijk gezicht trekken (een) grimas maken: ne grimas maake (Belfeld) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een wind laten ene laten vliegen: d`r eine laote vleege (Belfeld) wind laten [N 10c (1961)] III-1-1
eend eend: ɛŋ (Belfeld) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eenvoudig eenvoudig: eenvoudig (Belfeld) eenvoudig [SGV (1914)] III-1-4
eerste baardharen duivelshaar: duuvelshaor (Belfeld) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
eetketel eetketel: ē̜tkē̜tǝl (Belfeld) Etensketel waarin de warme maaltijd voor de steen- en pannenbakkers werd gebracht, bestaande uit twee of drie pannen die door een handvat met elkaar verbonden waren. In L 270 werd een dergelijke dubbelketel met warm eten ɛs middags meestal door kinderen naar de kleiput gebracht.' [N 98, 12; monogr.] II-8