e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Berbroek

Overzicht

Gevonden: 1120
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lied, liedje lied: lied (Berbroek) Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] III-3-2
liegen liegen: liege (Berbroek) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies liest: list (Berbroek, ... ) De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, I-9
lieveheersbeestje lievevrouwbeestje: ook in ZND 16, 006  levro͂ͅwbeeske (Berbroek) lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)] III-4-2
liggen liggen: ligge (Berbroek) liggen [ZND 25 (1937)] III-1-2
ligger legger: lęgǝr (Berbroek) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
lijkbidder lijkbidder: znd 1 a-m; znd 30, 25; ook fig. ebruikt voor iemand die heel bleek en mager is  lijkbidder (Berbroek, ... ) lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)] III-2-2
limburgse kaas stinkkaas: stinkkieës (Berbroek) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] III-2-3
liniaal regel: regel (Berbroek) Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)] III-3-1
linnen, linnengoed linnen: lenǝ (Berbroek) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7