33796 |
poot |
poot:
pōt (Q163p Berg
[(mv pōtǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
21481 |
portemonnee, beurs |
beurs:
ən boͅs (Q163p Berg)
|
een beurs [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
fəktø͂ͅr (Q163p Berg)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
33171 |
poten |
planten:
plá.ntǝ (Q163p Berg),
voeten:
vȳ.t (Q163p Berg)
|
De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-13, I-5
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pra.is (Q163p Berg)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
22356 |
priktol |
holledop:
[u/o?]
hulledop (Q163p Berg, ...
Q163p Berg),
wordt niet met een zweep voortgedreven
hulledop (Q163p Berg),
kokkernol:
koekernol (Q163p Berg)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
17742 |
proeven |
proeven:
pry(3)̄və (Q163p Berg)
|
proeven [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tup (Q163p Berg)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
27904 |
raam |
venster:
vinstǝr (Q163p Berg
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|