e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q163p plaats=Berg

Overzicht

Gevonden: 1049
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poot poot: pōt (Berg  [(mv pōtǝ)]  ) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-9
portemonnee, beurs beurs: ən boͅs (Berg) een beurs [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
postbode facteur (fr.): fəktø͂ͅr (Berg) postbode [RND] III-3-1
poten planten: plá.ntǝ (Berg), voeten: vȳ.t (Berg) De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-13, I-5
prei poor: puə.r (Berg) [Goossens 1b (1960)] I-7
prijzen (mv.) prijzen: pra.is (Berg) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
priktol holledop: [u/o?]  hulledop (Berg, ... ), wordt niet met een zweep voortgedreven  hulledop (Berg), kokkernol: koekernol (Berg) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
proeven proeven: pry(3)̄və (Berg) proeven [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
punt van het blad van de zeis tip: tup (Berg) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
raam venster: vinstǝr (Berg  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9