e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192p plaats=Bergen

Overzicht

Gevonden: 1064
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
motregen, fijne regen natte knoei: natte knoej (Bergen), smiezel: smiezel (Bergen) motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] III-4-4
motregenen, licht regenen motregenen: motregenen, het motregent (Bergen), siebelen: siebele (Bergen), ’t begint te siebele (Bergen), ’t siebelt (Bergen), smiezelen: ’t begint te smiezele (Bergen) beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] III-4-4
mouw met kanten plooisel siermouw: sier-mouw (Bergen) mouw met kanten plooisel [lobmouw] [N 23 (1964)] III-1-3
muik muik: moik (Bergen) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] III-2-3
muiltje pantoffel: pantoeffels (Bergen), slipper: slippers (Bergen) Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
muis muis: mōēs (Bergen) muis [DC 35 (1963)] III-4-2
muts: algemeen kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.  kɛ.ps (Bergen) pet, muts, klak [RND] III-1-3
naaien naaien: nē̜jǝ (Bergen) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
naar huis gaan naar huis gaan: no hûs gaon (Bergen) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
nageboorte nageboorte: nageboorte (Bergen) nageboorte van de mens; hoe noemde men vroeger - -? [DC 33 (1961)] III-2-2