e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beringe

Overzicht

Gevonden: 506
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
natmaken natmaken: natmākǝ (Beringe) De vezels van de strengen door strijken met een natte lap of een borstel glad leggen. [N 48, 107b] II-7
onbelangrijk weinig: winnig (Beringe) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
oneven, niet door twee deelbaar omp: omp (Beringe) oneven [DC 31 (1959)] III-4-4
oog oog: u.ugə (Beringe) ogen [RND] III-1-1
ooglid lid: lid (Beringe) Ooglid - Als men de ogen sluit, gaat er iets dat men een klepje zou kunnen noemen, over het oog heen. Hoe noemt men dit klepje? [DC 39 (1965)] III-1-1
ooievaar eiber: oud  ēͅi̯bər (Beringe), ooievaar: oievaar (Beringe), ooievaar (Beringe), ōi̯əvār (Beringe) ooievaar [DC 35 (1963)] || ooievaar (102 bij iedereen bekend; nu verdwenen uit Brabant, behalve uit het noord-westen [N 09 (1961)] III-4-1
oor oor: u.ərə (Beringe) oren [RND] III-1-1
opbergen wegleggen: wèglegge (Beringe) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
ophaspelen opdraaien: opdręjǝ (Beringe) Het touw of spingaren op de haspel of bol doen. [N 48, 118] II-7
opmaken opmaken: gɛlḍ upma.kə (Beringe), opmakə (Beringe) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1