e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beringe

Overzicht

Gevonden: 506
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
optillen opheffen: ophèùfə (Beringe) optillen [RND] III-1-2
oud, bejaard oud: zien mooder is aod  aod (Beringe), zn mooder is aot  aot (Beringe) oud: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] III-2-2
paddestoel (alg.) paddestoel: peͅdəšto.əl (Beringe) paddestoel [RND] III-4-3
pak, kostuum pak: pak (Beringe) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] III-1-3
pap pap: pap (Beringe, ... ) pap [DC 35 (1963)] III-2-3
pastoor pastoor (<lat.): pəstu.ər (Beringe) pastoor [RND] III-3-3
pater pater (lat.): pa.tər (Beringe) pater [RND] III-3-3
patrijs patrijs: pətrīs (Beringe) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
pijn pijn: pi.n (Beringe) pijn [RND] III-1-2
pimpelmees meesje: mēskə (Beringe), pimpel: pempəl (Beringe) pimpelmees (11,5 blauwe kop, gele onderkant; nogal bekend, komt voor als koolmees [052] [N 09 (1961)] III-4-1