e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loop van een geweer loop: ne loeëp v. geweer (Beringen) De loop van een geweer [ZND 30 (1939)] III-3-1
loops heet: hiət (Beringen) loops, geslachtsdriftig ve teef [Goossens 1b] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: luət (Beringen), scheut: scheut (Beringen), uitloper: uitloeëpen (Beringen) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: lōēëpe (Beringen), luǝpǝ (Beringen), luəpə (Beringen, ... ) lopen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)], [ZND m] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
losse linnen halsboord bandje: beͅndəkə (Beringen), losse col (fr.): loͅsəkoͅl (Beringen) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet losse manchet: losə mašeͅtə (Beringen), loͅsə manšetə (Beringen) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse paal met draad stegel: stęxǝl (Beringen) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse voerbak in de varkenswei trog: [trog] (Beringen), voederbak: vǫi̯ǝrbak (Beringen) Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b] I-6
losse voerbak voor runderen trog: trōx (Beringen), trǫx (Beringen) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
losse zak onder de rok beurs: bors (Beringen, ... ), losse tas: losse tès (Beringen), loͅsə teͅs (Beringen) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3