e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
matrozenpakje marinekostuum: marinəkostøͅm (Beringen), marinepakje: marinəpakskə (Beringen) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
mayonaise mayonaise: màjjənéés (Beringen) mayonaise [RND] III-2-3
mazelen mazeren: mazərə (Beringen, ... ) de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)] || mazelen [ZND 01 (1922)] III-1-2
medaillon medaille: en goo medalie (Beringen) een gouden medaille [ZND 38 (1942)] III-1-3
mede mede: me:də (Beringen) mede [ZND 01 (1922)] III-2-3
medelijden compassie: compasi (Beringen), comppassie (Beringen) medelijden [ZND 33 (1940)] III-1-4
meel meel: mēǝl (Beringen) Het gemalen, maar nog niet bewerkte graan. Het woordtype boulté, het voltooid deelwoord van het Waalse ɛboulterɛ, ɛbouleterɛ, ø̄builenø̄, duidt er mogelijkerwijs op dat het graan in de genoemde plaatsen al een bepaalde bewerking heeft ondergaan. Zie ook het lemma ɛgemalen, niet gezuiverd graanɛ in wld II.1, pag. 85.' [Wi 53; JG 1a; JG 1b; l monogr.; N O, 37b; Sche 49; Sche 55; Vds 144; Vds 145; Vds 159; Jan 151; Jan 167; Jan 242; Coe 152; Coe 217; Grof 153; Grof 176; monogr.; Vld; Jan 9; Jan 10; Jan 11; Jan 14; Coe 9; Coe 14; N O, 24a; A 42A, 40; N D, 23; A 42A, 36 add.; N O, 19b] II-3
meelmijt meelworm: miəlwøͅrəm (Beringen) mijt die in vochtig meel leeft [N 26 (1964)] III-4-2
meelschepje meelschupper: mēlsxø̜pǝr (Beringen) Een houten vat voorzien van een steel dat diende om droog meel te scheppen. Vergelijk de lemma''s ''graanschop, schepschop'' (6.3.13) en ''graanschep'' (6.3.15). [N 18, 9b] I-4
meelworm, larve van de meeltor meelworm: mēlwərm (Beringen), milwøͅrəm (Beringen) meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)] III-4-2