e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
predikant predikant (<lat.): [prizekant] ook gebruikt voor meisje, bruidje in de processie  prizəkant (Beringen) Meikever. Zijn er twee of meer namen? Welk is het verschil? [ZND 16 (1934)] III-3-3
predikant: dominee dominee (<lat.): dominee (Beringen) Protestansch predikant. [ZND 14 (1926)] III-3-3
prei poor: poor (Beringen, ... ), pooər (Beringen, ... ), pō.r (Beringen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] [ZND 15 (1930)] I-7
preisoep poorsoep: Syst. Frings  pōrsoͅp (Beringen, ... ) Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3
prent(je) beeld(je): billeke (Beringen), biləkə (Beringen), bīeeldeke (Beringen), ö schuən beləkə (Beringen), prent: print (Beringen), prentje: prīnteke (Beringen) Beeldje. [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] || Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)] || Prent. [Willems (1885)] || Prentje. [Willems (1885)] III-3-2
priestersteek met ronde luifel pastoorshoed: pasturshut (Beringen), pastùrshut (Beringen) priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pr^ɛ.zə (Beringen), praes (Beringen) Prijzen (mv). [Willems (1885)] || prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikdraad: pekdrǫwǝt (Beringen), pinnetjesdraad: penǝkǝsdroi̯t (Beringen), pinǝkǝnsdrǭt (Beringen) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dop: dop (Beringen, ... ), nən dòp (Beringen) Een priktol (werptol). [ZND B1 (1940sq)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2
profiteren profiteren: hè profiteerde van de occazie (Beringen) Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)] III-1-4