e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raam van de landrol raam: rǭm (Beringen) Het door twee lange en twee korte balkjes gevormde raam waarin of waaronder de rol of cylinder kan draaien. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 2c; JG 1b add.; N 11A, 184b + c + 185b; monogr.] I-2
raampje in een poort stalvenstertje: stalvinstǝrkǝ (Beringen) Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b] I-6
raamwerk geraamte: gǝrømtǝ (Beringen) Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e] II-9
raar, vreemd aardig: ārex (Beringen), curieus: ook materiaal znd 19a, 003  kurieus (Beringen), vreemd: dɛ es hɛ vrumt (Beringen) Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
raat graat: grǭǝt (Beringen), raat: (mv)  rōtǝ (Beringen), wafel: (mv)  wāfǝls (Beringen  [(in kas)]  ) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
radijs radijs: radeͅs (Beringen) [ZND 41 (1943)] I-7
rafel franjel: klemtoon op de aa  fraanels (Beringen), karrel: Van Dale: karrel, z. karl -> uitgehekelde hennep tot garen voor fijn touw en zeildoek; zulk garen  kerrels (Beringen) Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] III-1-3
ragebol glasborstel: glās˂boͅrsəl (Beringen), halve maan: haləfmōͅn (Beringen), spinnenborstel: spinəborstəl (Beringen), spinnenkop: spinnekop (Beringen) ragebol [ZND B1 (1940sq)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rails rails (<eng.): rails (Beringen), rels (Beringen) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1
rammelaar rijder: reͅi.ər (Beringen) rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1