19518 |
soepketeltje |
marmiet:
marmet (K358p Beringen),
marmietje:
marəmɛtəkə (K358p Beringen)
|
keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19521 |
soepterrine |
soepterrine:
soͅpteͅren (K358p Beringen),
soͅptɛrin (K358p Beringen)
|
soepterrine [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18196 |
sok |
sok:
zok (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K358p Beringen),
zoͅk (K358p Beringen),
zuk (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
zòk (K358p Beringen),
onder de knie
zok (K358p Beringen)
|
kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] || Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)] || Sok, een paar sokken. Bedoeld wordt de korte kous, tot halverwege het been door mannen en door kinderen gedragen (fr. chausette) [ZND 48 (1954)] || sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18338 |
sokophouder |
kousband:
koosband (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
kosbant (K358p Beringen),
kōsbant (K358p Beringen)
|
sokophouder, band om de kuit [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21287 |
soldaat |
soldaat:
sulda.ət (K358p Beringen)
|
soldaat [RND]
III-3-1
|
20724 |
soldaatjes |
broodkorstjes:
Syst. Frings
brūətkoͅrstəkəs (K358p Beringen)
|
Stukjes geroosterd of in boter of vet gebakken brood (krepkes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21289 |
soldaten |
soldaten:
sulda.tə (K358p Beringen)
|
soldaten [RND]
III-3-1
|
34118 |
soortige koe |
ferme koe:
fęrǝm kǫi̯ (K358p Beringen),
modelkoe:
mǫdęlkǫi̯ (K358p Beringen)
|
Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140]
I-11
|
33224 |
sorteermachine |
ziftmolen:
zeftmø̄lǝ (K358p Beringen)
|
Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32]
I-5
|
33222 |
sorteren met de hand |
schiften:
sxeftǝ (K358p Beringen),
uitrapen:
ø̜trāpǝ (K358p Beringen),
ø̜trōpǝ (K358p Beringen)
|
Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.]
I-5
|