33223 |
sorteren met de machine |
ziften:
zeftǝ (K358p Beringen)
|
Zie de toelichtingen bij de lemmaɛs Sorteren Met De Hand en Sorteermachine. [N 12, 33]
I-5
|
34576 |
spaak |
speek:
spek (K358p Beringen),
speken:
spikǝn (K358p Beringen)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|
32750 |
spade, spitschop |
schup:
sxøp (K358p Beringen),
steekschup:
stēk[schup] (K358p Beringen)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
25428 |
spanijzer |
ijzertje met pikjes:
ęjzǝrkǝ mɛt pekskǝs (K358p Beringen)
|
IJzer met pinnetjes - volgens de informant uit P 176 zijn het er twee - dat ook gebruikt wordt om het dichtklappen van het dier te voorkomen. Volgens de informant uit K 358 wordt dit spanijzer tussen het schaambeen geplaatst. Zie ook het lemma ''spanhout''. [N 28, 64; N 28, 68]
II-1
|
33743 |
spanstokje |
kreng:
krē̜ŋ (K358p Beringen)
|
Stok of paaltje in de afrasteringsdraad waarmee men die draad spant. [N 14, 65]
I-8
|
17782 |
speeksel |
tuf:
tøf (K358p Beringen)
|
speeksel [ZND B1 (1940sq)]
III-1-1
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spuwen:
spuwə (K358p Beringen),
tuffen:
tøfə (K358p Beringen)
|
(speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen (speeksel uit de mond verwijderen) [ZND B1 (1940sq)]
III-1-1
|
22384 |
speelkaart |
kaart:
en kaahrrt (K358p Beringen),
kârt (K358p Beringen)
|
kaart [GTRP (1980-1995)] || Kaart. [Willems (1885)]
III-3-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dē.m (K358p Beringen),
dēm (K358p Beringen)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
spetz (K358p Beringen),
spɛk (K358p Beringen)
|
spek [Goossens 1b (1960)], [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|