e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cel cel: sɛl (Beringen) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cementen strekel cementstreek: sǝmę.nt[streek] (Beringen) Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82] I-3
centiem halve cent: nə haləvəseͅnt (Beringen) dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
chagrijn leed: līət (Beringen) chagrijn [ZND 01 (1922)] III-1-4
cichorei cichorei: sekorei (Beringen), prot: prot (Beringen) cichorei [ZND 01 (1922)] I-7
cirkelvormig raam rond venstertje: rǫnt˲ venstǝrkǝ (Beringen) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
colbertjasje jas: jas (Beringen), vest: veͅst (Beringen) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas, zwarte ~ met korte slippen [sem] [N 23 (1964)] III-1-3
communietaart pice monte (fr.): Syst. Frings  piɛs moͅntē (Beringen) Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] III-2-3
compagnie compagnie (fr.): compani (Beringen) compagnie [ZND 01 (1922)] III-3-1
compost vuiligheid: vø̜lexhęt (Beringen) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1