33525 |
druiventros |
druiventros:
druivətros (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
[ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)]
I-7
|
25133 |
druppel |
drup:
dreup (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
droep (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
druppel:
druppel (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
drøͅpəl (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-4-4
|
25108 |
druppen, druppelen |
lekken:
leeke (K358p Beringen),
leeken (K358p Beringen)
|
druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
32866 |
dubbel gezwad |
dobbel gezwad:
dǫbǝl [gezwad] (K358p Beringen)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
33731 |
dubbel sierhek |
grille:
grel (K358p Beringen)
|
Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6]
I-8
|
33963 |
dubbele lijn |
dobbel kordeel:
dǫbǝl kǝrdiǝl (K358p Beringen)
|
Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34]
I-10
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
poort:
[poort] (K358p Beringen)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doe:f (K358p Beringen),
duif (K358p Beringen),
döf (K358p Beringen),
en duhf (K358p Beringen),
Pl. [deu:ve]
dø͂ͅf (K358p Beringen),
ui = Fr. boeuf; Fr. au
duiven hauen ... (K358p Beringen)
|
duif [GTRP (1980-1995)] || Duif. [Goossens 1b (1960)], [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)]
III-3-2
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
doe:f (K358p Beringen),
duif (K358p Beringen),
dø͂ͅf (K358p Beringen)
|
duif [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)]
III-4-1
|
22787 |
duiken |
duikelen:
duikelen (K358p Beringen),
dökele (K358p Beringen),
in het water duikelen (K358p Beringen)
|
Duikelen. [Willems (1885)] || In het water duiken. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|