e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erf en omliggende landerijen geleg: gǝlēx (Beringen), winning: winning (Beringen) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
ernstig serieus: serieus (Beringen) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Beringen) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  es (Beringen), esse (Beringen) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3
eten (ww.) eten: e.tə (Beringen), éétə (Beringen), met lengteteken op de eerste e  ête (Beringen) eten [RND], [Willems (1885)], [ZND 25 (1937)] III-2-3
etensketeltje marmietje: marəmɛtəkə (Beringen) tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)] III-2-1
etensresten overschot: euverschot (Beringen), overschot (Beringen), Syst. Frings  ø̄vərsxoͅt (Beringen, ... ) Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] || hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
etter etter: ɛtər (Beringen), materie: matēri (Beringen), matērī (Beringen), mətēren (Beringen) etter [ZND 01 (1922)] || etter (van een wonde) [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)] III-1-2
evene evie: ē.vi (Beringen) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
fatsoenlijk serieus: das ne serieuse minsch (Beringen) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4