19670 |
fauteuil |
clubzetel:
kløp˃zētəl (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sinte-maarten:
of meiten??
sinte merten (K358p Beringen)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
velo:
de twee velos kwamen malkander tegen (K358p Beringen),
de twieë velos kwame mekander tege (K358p Beringen),
ne vilo (K358p Beringen)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] || Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
21259 |
fietser |
fietser:
de twieë fietsers kruisten elkander (K358p Beringen)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
33688 |
fijn droog stof |
stof:
stof (K358p Beringen),
stǫf (K358p Beringen)
|
Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c]
I-8
|
25170 |
fijne hagel |
hagel:
hàgəl (K358p Beringen),
stofhagel:
stofhagel.
stofhàgəl (K358p Beringen)
|
fijne hagel [sjrot, schrot] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18121 |
fijt |
fijt:
feyt (K358p Beringen)
|
ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
34242 |
filter in de melkzeef |
zeefdoekje:
zēfdøkskǝ (K358p Beringen),
ziftetje:
zeftǝkǝ (K358p Beringen),
zijgslat:
zęi̯xslat (K358p Beringen)
|
In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.]
I-11
|
18648 |
flaphoed |
flaphoed:
flaphut (K358p Beringen),
slappe hoed:
slapən hut (K358p Beringen)
|
flaphoed, slappe hoed met brede luifel [flambaar(hoed)] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20838 |
flauw |
flauw:
floo (K358p Beringen),
flò: (K358p Beringen)
|
meeps (flauw van smaak) [ZND 01 (1922)], [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|