e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gladde ijzerdraad ronde draad: ronǝ drǫu̯ǝt (Beringen) Het gladde ijzerdraad waarmee men weiden omheint. [N M, 6a; N M, 6b; Vld.; monogr.] I-8
glazig glazen: glaze (Beringen) aardappel die hard en doorschijnen is (glazen patat) [ZND 35 (1941)] III-2-3
gleiswerk aardewerk: ē̜rǝwęrǝk (Beringen) Geglazuurd aardewerk. Het woordtype faïence (Q 156) is van toepassing op geglazuurd en geschilderd aardewerk, oorspronkelijk afkomstig uit Faënza, later naar voorbeeld hiervan ook elders vervaardigd. [N 20, 5; L 35, 78; monogr.] II-8
glijden baantje rijden: baanke rije (Beringen), glijden: glê? (Beringen), schuiven: schoe:və (Beringen, ... ) glijden [ZND 01 (1922)] || Glijden. [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] || hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)] III-1-2, III-3-2
glimlachen greilachen: wnt V, 644: greien: krijten, schreien  greelachen (Beringen) hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)] III-1-4
glimworm glimworm: ook ZND 01u, 072; ZND BrB2, 299  glemwøͅrøͅm (Beringen), lichtmade: lextmāi̯ (Beringen), līxtma:ij (Beringen) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 01 (1922)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
gluiperd gluiper: glūpər (Beringen) gluiperd [ZND 01 (1922)] III-1-4
goed liggen goed zitten: goed zitten (Beringen) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed luisteren goed luisteren: goed luìsteren (Beringen) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goede vleeskoe klaskoe: klaskǫi̯ (Beringen) Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b] I-11