18259 |
jak |
bloes:
bloes (K358p Beringen),
bolero (<fr.):
boͅləro (K358p Beringen),
jacquet (<fr.):
Jacket.
žaket (K358p Beringen),
jak:
jak (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
kazavek:
kažəveͅk (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak [ZND 01 (1922)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
ook materiaal znd 27, 44
zjaloes (K358p Beringen),
ẓalurs (K358p Beringen)
|
jaloers [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
šartèls (K358p Beringen),
šərteͅls (K358p Beringen),
žartel (K358p Beringen),
žarteͅl (K358p Beringen)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K358p Beringen),
[mv.?]
jasən (K358p Beringen)
|
jak; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || jas [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
jasje:
jaskə (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
vest:
veͅst (K358p Beringen)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18572 |
jasje van het zwarte pak |
soirejas (<fr.):
[Fr. soirée: avond(feest)]
swarējas (K358p Beringen)
|
jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18326 |
jasschort |
jasvoordoek:
jasvurring (K358p Beringen),
jasvø̄riŋ (K358p Beringen),
voorschoot met knoppen:
veurschoewet mè knoppe (K358p Beringen),
vø̄rsXuwət me knoͅpə (K358p Beringen)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24556 |
jeneverbes |
jeneverbeer:
jeneverbeeiren (K358p Beringen)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
20405 |
jeugd, jongelieden |
jong, de -:
jong (K358p Beringen),
jŏĕng (K358p Beringen),
jongvolk:
jonkvolk (K358p Beringen)
|
jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|
18050 |
jeuken |
jeuken:
jø:kə (K358p Beringen),
jøkə (K358p Beringen)
|
jeuken [ZND 01 (1922)], [ZND B1 (1940sq)]
III-1-2
|