18615 |
puntmuts |
puntmuts:
pəntməts (K358p Beringen)
|
puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23279 |
purper |
paars:
paars (K358p Beringen)
|
Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
33635 |
putemmer |
aker:
ōəkər (K358p Beringen),
putemmer:
pøtimər (K358p Beringen)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
gaffel:
gaffel (K358p Beringen),
gafəl (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
gaffelboom:
gaffelboom (K358p Beringen),
gafəlbum (K358p Beringen)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
gaar:
gēͅr (K358p Beringen),
putgaar:
pøtgai̯r (K358p Beringen),
pøtxēr (K358p Beringen)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
33623 |
putzwengel |
putsikse:
pøtseksi (K358p Beringen),
sikse:
seksi (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
seksə (K358p Beringen),
wip:
wep (K358p Beringen)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pišama (K358p Beringen),
pižəma (K358p Beringen)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
geraadsel(tje):
grätsel (K358p Beringen),
ə grøͅtsəlkə (K358p Beringen)
|
Een raadsel. [ZND B1 (1940sq)] || Raadsel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
24228 |
raaf |
raaf:
rāf (K358p Beringen)
|
raaf [Willems (1885)]
III-4-1
|
27904 |
raam |
venster:
vẽ ̝nstǝr (K358p Beringen
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|