e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druiventros druiventros: druivətros (Beringen, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druppel drup: dreup (Beringen, ... ), droep (Beringen, ... ), druppel: druppel (Beringen, ... ), drøͅpəl (Beringen, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen lekken: leeke (Beringen), leeken (Beringen) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
dubbel gezwad dobbel gezwad: dǫbǝl [gezwad] (Beringen) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbel sierhek grille: grel (Beringen) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele lijn dobbel kordeel: dǫbǝl kǝrdiǝl (Beringen) Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34] I-10
dubbele toegangspoort van een gesloten erf poort: [poort] (Beringen) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
duif (alg.) duif: doe:f (Beringen), duif (Beringen), döf (Beringen), en duhf (Beringen), Pl. [deu:ve]  dø͂ͅf (Beringen), ui = Fr. boeuf; Fr. au  duiven hauen ... (Beringen) duif [GTRP (1980-1995)] || Duif. [Goossens 1b (1960)], [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] III-3-2
duif, algemeen duif: doe:f (Beringen), duif (Beringen), dø͂ͅf (Beringen) duif [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)] III-4-1
duiken duikelen: duikelen (Beringen), dökele (Beringen), in het water duikelen (Beringen) Duikelen. [Willems (1885)] || In het water duiken. [ZND 33 (1940)] III-3-2