e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kurkentrekker stoppentrekker: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  stoppentrèkker (Beverlo) kurketrekker III-2-1
kussensloop kussentreksel: kusetreksel (Beverlo, ... ), kussentreksel (Beverlo, ... ), kustreksel: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  kustrèksel (Beverlo) de kussensloop (waarin het hoofdkussen wordt gestoken) [ZND 17 (1935)] || kussensloop [ZND 01 (1922)] || kussensloop; overtrek van een hoofdkussen [ZND 02 (1923)] III-2-1
kussentje op het hoofd kopkussen: koͅpkøsə (Beverlo) kussentje op het hoofd bij het dragen van korven [vritsjel, wusj] [N 25 (1964)] III-1-3
kwaadspreekster blaak: blaak (Beverlo), gazet: gezèt (Beverlo), kletswijf: kletswèəf (Beverlo), rammel: ramməl (Beverlo), toet: toet (Beverlo), vuiltong: ui als Eng. bird  vuiltŏĕng (Beverlo) klappei || vrouw die gaarne kwaadspreekt [ZND 29 (1938)] III-1-4
kwaadspreker rammel: rammel (Beverlo), vuile kwek: vûîl kwèk (Beverlo), vuile tong: vûîl tùng (Beverlo) kwaadspreker III-1-4
kwaal kwaal: kwool (Beverlo) kwaal III-1-2
kwalijk nemen het kwalijk nemen: kolek neeme (Beverlo) kwalijk nemen III-1-4
kwartel kwakkel: kwakkel (Beverlo), kwakkəl (Beverlo) kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
kweek pessemen: pèsseme (Beverlo) kweekgras III-4-3
kweepeer kweekpeer: kweekpeer (Beverlo), kweepeer: kwieəpèər (Beverlo) [ZND 29 (1938)] I-7