e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp? lage klonk: liəgə klonk (Beverlo) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lakschoen laquschoen (<fr.): lakee schoene (Beverlo), verlakte schoen: verlakde schoene (Beverlo), vərlakdə sXunə (Beverlo) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: lam (Beverlo, ... ) ze is lam [ZND 29 (1938)] III-1-2
lamp lamp: lamp (Beverlo, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: wik (Beverlo, ... ) De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
land land: land (Beverlo) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
landstreek streek: strēk (Beverlo) streek [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lank leəvə (Beverlo), oud worden: znd 30, 15;  oad wuuren (Beverlo) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lang schortlint snoer: snoer (Beverlo), snūər (Beverlo) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lange broek lange broek: een lange broek (Beverlo), en lang broek (Beverlo), oe is kort  lang broek (Beverlo) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] || pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3