e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loops heet: hiət (Beverlo), vuil: vø͂ͅl (Beverlo) loops, geslachtsdriftig ve teef [Goossens 1b], [N 19 (1963)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: scheut (Beverlo) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: loeəpə (Beverlo) lopen [ZND 25 (1937)] III-1-2
losse linnen halsboord colletje (<fr.): colleke (Beverlo), hemdsband: hemdsbans (Beverlo) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet armband: armband (Beverlo) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse zak onder de rok moedertjesrok: moederkensrok (Beverlo), moedertjeszak: moederkenszak (Beverlo) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
luchtpijpen luchtpijpen: luchtpijpe (Beverlo) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
lucifer stekje: stekske (Beverlo, ... ), stɛkskə (Beverlo), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  stèkske (Beverlo) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)] || lucifer, stokje III-2-1
lui lam: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  lam (Beverlo), lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  lui (Beverlo) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) boeren: a[o}lə burə zeͅn va[o}ndōͅg bøͅtən upt feͅlt oͅnt mōͅ[ə}jə (Beverlo), lieden: rijke lieden (Beverlo), mensen: mi͂nsən (Beverlo), rijke menschen (Beverlo), rèke menschen (Beverlo) De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1