e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oogstappel oogstappel: ùsappel (Beverlo), Vroege lichtzure appel in augustus, "appelen die in de oogstmaand rijp zijn  ùsappel (Beverlo) oogstappel I-7
oom nonk: noenk (Beverlo), nùnk (Beverlo), nonkel: noenkel (Beverlo), nùnkel (Beverlo) nonkel || oom [ZND 11 (1925)] III-2-2
oor oor: uwər (Beverlo) een oor [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
oordelen van gedacht zijn: va gedacht zèn (Beverlo) oordelen (achten) III-1-4
oorlel oorlel: uərleͅl (Beverlo) oorlel, oorlelletje [N 10b (1961)] III-1-1
oorveeg draai: B.v. ich gaaf-`m nen draaj rùnd zèn oe"re.  draaj (Beverlo), oorveeg: uərvex (Beverlo, ... ) hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] || oorveeg III-1-2
oorvormig handvat oor: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  oe\"r (Beverlo) handvat III-2-1
oorworm oorworm: oeərwörəm (Beverlo), fon. var. van "oorworm"niet overgenomen  oorworm (Beverlo) oorworm [ZND 34 (1940)] III-4-2
op bedevaart gaan bedevaart gaan: [sic]  we goan bjèvelt (Beverlo, ... ) We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3
op de loop gaan lopen gaan: loeəpe gaon (Beverlo), op de loop gaan: obbə loewəp goin (Beverlo) op de loop gaan [ZND 30 (1939)] III-1-2