e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ring ring: renk (Beverlo), rink (Beverlo) ring [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
ringbaard ringbaard: reŋbōͅrt (Beverlo) ringbaard [N 10b (1961)] III-1-1
ringen, randen verwijderen van peulvruchten ringen/randen afdoen: raŋk avdun (Beverlo) [N Q (1966)] I-7
ringrups ringrups: reŋgrøͅps (Beverlo) ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)] III-4-2
rins zuurzoet: zoerzuut (Beverlo) zuurzoet III-2-3
riool duiker: vgl. N 90, 052: de waterdoorgang onder een weg [duiker, heul, geul, schoor]  nən døikər (Beverlo) een riool (onderaardse) [ZND B1 (1940sq)] III-3-1
ritnaald, larve van de kniptor ritnaald: retnōͅlt (Beverlo) ritnaald, koperworm, schadelijke kniptor-larve die van plantenwortels leeft [N 26 (1964)] III-4-2
rode aalbes sint-jansberen: sint jansbeer (Beverlo), sintjansbere (Beverlo) aalbes I-7
rode bosmier brag: brag (Beverlo), grote bosmier  brag (Beverlo) bosmier || bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] III-4-2
rode kool rode kool: roej kjol (Beverlo), roej kjôl (Beverlo), ruej kyəl (Beverlo), rui̯ə kuəl (Beverlo), ruəj kjøͅlə (Beverlo), rūi kjoͅlə (Beverlo) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [N Q (1966)], [ZND 34 (1940)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3